Laruelle ontkent regionale verschillen inzake faillisementen

April 2008 was de zwartste aprilmaand  van het afgelopen decennium op vlak van het aantal faillissementen: er werden 723 bedrijven failliet verklaard. Dat zijn 49 bedrijven meer dan in april 2007, een stijging met 7.27%. Het Vlaamse aandeel in het aantal faillissementen op federaal vlak is met 47.43% het laagste sedert 2000. Het Brusselse aandeel is nog nooit hoger geweest dan het vandaag is, n.l. 23.24%. Vooral de consumentgevoelige sectoren hebben het bijzonder moeilijk. Daarnaast valt ook het stijgend aantal faillissementen van jonge ondernemingen op. Tot die conclusies kwam het onderzoeksbureau Graydon na een studie over de faillissementscijfers van de afgelopen maanden.

Toen Kamerlid Sarah Smeyers (N-VA) minister Laruelle (MR) hierover ondervroeg in de commissie Bedrijfsleven, was haar verbazing groot toen de minister beweerde nog niet over de cijfers van de maand april te beschikken. Hoogst vreemd, want deze cijfers worden niet alleen systematisch gepubliceerd in het Staatsblad, het Antwerpse studiebureau Graydon wist er op 5 mei reeds een analyse van te publiceren.

Nog groter werd de verbazing van Sarah Smeyers toen minister Laruelle de regionale verschillen probeerde te ontkennen en zelfs stelde dat het grootste aantal faillissementen uit Vlaanderen komt. In absolute cijfers mag die bewering misschien kloppen, maar wanneer we dezelfde cijfers in verhouding tot de bevolkingsaantallen van de respectievelijke gewesten bekijken, levert dat vooral eenontluisterend beeld op van de Brusselse economie.

Hoewel deze cijfers opnieuw aantonen dat het hoog tijd wordt dat regio’s in dit land een eigen arbeidsmarktbeleid kunnen voeren en hun eigen verantwoordelijkheden gaan opnemen,drong de minister er op aan “niet overhaast te werk te willen gaan”.  Nochtans blijkt overduidelijk uit internationale studies dat ons land zowel op ondernemerschap als op loonkost slecht scoort.